Per saldo neem ik afstand van het woord icoon.
Iemand boven een ander plaatsen, boven je zelf ook. Een icoon leidt tot verering, misschien wel onderdanigheid. Van een ander zeg je dat die bijzonderder is dan jezelf bent.
Ik
dacht na over de vraag: ALS ik zelf dan iemand dan toch de ere titel zou moeten geven, wie zou dat zijn? Ik zou dan wel iemand willen kiezen die ik in mijn leven heb gezien op TV, dus die tegelijk leefde in mijn leven. Ik zou dan zonder twijfel Nelson Mandela
kiezen. Hij is de 90 jaar al gepasseerd. Iemand die eerst vast zat, door de gevolgen van de apartheid. Hij kwam op een gegeven moment vrij en werd hij president van Zuid Afrika. Het bijzondere van die man is, dat hij zonder haat naar degenen die hem vast hebben
gezet, heeft geregeerd. Lang bleef hij strijden voor meer bekendheid rond de ziekte aids.
Op journaals kon je nu het overlijden van Mandela haast niet zijn ontgaan. Daarom ook nu geen uiteenzetting van zijn leven,
maar een weergave van een toespraak van zijn hand. Hij roept iedereen op om te laten zien wat hij/zij kan. Behalve dat Mandela dat zegt, heeft hij zelf een voorbeeld in deze gegeven..
Onze diepste
angst is niet dat wij ontoereikend zijn.
Onze diepste angst is dat wij oneindig krachtig zijn.
Het is ons licht, niet onze duisternis, waar wij het aller-bangst voor
zijn.
Wij vragen ons af: wie ben ik dat ik briljant, buitengewoon aantrekkelijk en
geweldig zou zijn?
Maar waarom eigenlijk niet?
Je bent toch een kind van God?
Dat je je kleiner voordoet dan je bent, komt de wereld niet ten goede.
Er is niets verheffends aan je kleiner voor te doen dan je bent, omdat de mensen
om je heen zich vooral niet onzeker gaan voelen.
Wij zijn
geboren om de luister van God uit te dragen, die in ons woont.
Niet slechts in enkelen van ons, maar in ons allemaal.
Als wij ons licht laten schijnen, geven wij anderen
onbewust toestemming om dat ook te doen.
Als wij bevrijd zijn van onze eigen angst, bevrijdt onze aanwezigheid
automatisch anderen.