Schaken is een edel spel/sport. Het is Iraans van oorsprong (vergelijk Shah - Schaken) en is al oud. Het schaken wordt op een vierkant bord gespreeld, op 64 velden, in 8 x 8 rijen. Een spel (noot: dit is geen schaakcursus) wordt door 2 personen gespeeld,
en ieder begint met 16 stukken. Elke speler heeft zijn eigen kleur: wit of zwart.
Elke speler heeft 8 pionnen. In hun 1e zet mogen ze 2 velden vooruit, daarna maar 1 veld vooruit. Er zijn 2 torens die recht vooruit mogen (met meerdere velden tegelijk),
2 lopers die mogen diagonaal over het bord. En 2 paarden: de mogen 2 vooruit en 1 opzij en mogen over andere stukken heen springen, andere stukken mogen dit niet. Dan is er 1 koningin, ook wel dame genoemd. Zij mag vooruit en diagonaal over het bord, en met
meerdere velden tegelijk. Tenslotte is er 1 koning, die vooruit en diagonaal mag bewegen, maar wel met één veld tegelijk. Het gaat erom bij het schaken, de koning van de tegenstander "schaakmat" te zetten, dat deze nergens meer heen kan.
Met zoveel stukken, en aantal velden, ontstaat een oneindig aantal mogelijkheden voor een partij verloop. De stukken zelf zijn mooi vormgegeven, en tikken tegen kunst aan.
Stefan Zweig speelt wel een heel bijzonder spelletje schaak in
het psychologisch geschreven verhaal "Schaaknovelle". Aan boord van een schip wordt een wereldkampioen (WK) schaken naar een schaakbord gelokt en speelt schaak met een groepje samenspanners, die kansloos verliezen, een volgende partij vangt an..
Zij krijgen
onverwachte hulp van een tot dan toe onopvallende passagier. Door diens aanwezigheid slepen ze er een remise uit.
De WK schaker wil revanche, maar dan wel tegen de helper. Voor aanvang van de bewuste partij doet de man zijn verhaal. Ooit was hij een gevangene
van de Gestapo en zat vast in een witte cel. Hij wist een boek met schaakpartijen naar zijn cel te smokkelen, en ging alle partijen uit zijn hoofd leren en na te spelen. Het boek kwam uit, en opnieuw sloeg de verveling toe. De man ging partijen tegen zich
zelf spelen, en verzon een werkelijke 2e persoon en creëerde een dubbel personage, één die met de kleur wit speelde en één die met de kleur zwart speelde. Dit tikte natuurlijk tegen macaber aan, hij werd een gespleten persoonlijkheid
en werd zijn schaken een verslaving, of, erger: een schaakvergiftiging.
Het gaat vooral om dat deel van het boek, die van de 2 persoonlijkheden in één lichaam, een gespleten persoonlijkheid, dat is erg duister.
Het verloop
van de partij tegen de WK schaken wil ik hier niet onthullen. De wereld van het schaken kent meerdere lagen, en deze kant is een gevaarlijke.
Stefan Zweig, van Joodse afkomst, geboren te Wenen, nam na het uitbreken van de 2e wereldoorlog de Engelse nationaliteit
aan. Hij emigreerde naar Brazilië. In 1942 pleegde hij samen met zijn vrouw zelfmoord. Hij kon niet leven in een wereld met het idee dat Hitler mogelijk de oorlog zou winnen...
Deze extra wetenschap plaatst het boek wel erg in de duistere kant van
de menselijke ziel...