'Toen Gregor Samsa op een ochtend ontwaakte uit onrustige dromen, ontdekte hij dat hij in bed was veranderd in een reusachtig eng beest.'
Gregor, die dus van de ene op de andere dag in een beest is veranderd, is eerder geneigd zijn gedaanteverwisseling
te zien als straf voor zaken waarvoor hij zich schuldig voelt, dan als onrecht dat hem wordt aangedaan.
Op zijn werk wordt Gregor direct verstoten. Zijn familie probeert het wat langer met hem. Maar het beest verzwakt snel in het beklemmende verhaal en
komt te overlijden.
De gecompliceerde thematiek wordt door Kafka in helder proza beschreven. Met ironie en absurdisme gaat Kafka uit van een duistere wereld.
De gedaanteverwisseling moet haast een metafoor zijn voor
iets anders. Menigeen is naar de betekenis ervan op zoek. Gregor ligt de schuld bij hem zelf. Maar schuld waarvoor? En tegenover wie? Schuld heeft te maken met verantwoordelijkheid tegen Gregor zelf. Zijn geweten knaagt. Heeft hij zijn authentieke ik wel geleefd?
Leefde hij in de betekenis van het woord? Gregor's ideale beeld sluit niet aan bij de realiteit. De druk van de schuld voelt aan alsof hij een insekt is. De schuld komt voort uit routine, door verplichtingen. Hierdoor heeft hij geen tijd en ruimte om tot groei
te komen, en zit hij letterlijk en figuurlijk gevaangen in het insekt.
De gedaanteverwisseling is een verontmenselijking, één van een verpletterende kracht.