"Wanneer de dood een verhaal vertelt, kun je maar beter luisteren".
In 2014 verscheen de verfilming van De boekendief in de bioscopen en zette het boek van Marcus Zusak toen in de belangstelling.
Direct valt de andere toon van schrijven
in het boek op, er worden zinnen uitgelicht en vetgedrukt. Deze stijl blijft zo. Daarnaast valt de verteller van het verhaal direct op, niemand minder dan De Dood zelf.. De Dood moet de (ge) dode personen ophalen. De Dood handelt niet zelf, hij haalt de doden
alleen maar op en ziet soms de omstandigheden waarin de mensen om het leven zijn gekomen, en geniet niet van zijn taak of zo. Rond de Tweede Wereldoorlog verrichte De Dood 'overwerk'.
De Dood vertelt het verhaal over Liesel, die als ze 9 jaar oud iss,
in 1939 naar een pleeggezin gaat. Zij gaat naar een Hitler jugend afdeling voor meisjes. Met nazisme is het gezin helemaal niet bezig. Ze leven in een dorp in de omgeving van München. Het meisje maakt al gauw kennis met de gruwelen van de oorlog door
de bombardementen. Ze houdt zich staande door wat boeken te stelen, te leren lezen én voor te lezen.
Het gezin neemt een Joodse onderduiker in huis, Max. Met hem bouw Liesel een vriendschap op. De schrijfstijl, door De Dood, is eenvoudig en past
ook bij de jonge LIesel.
Er is sprake van een springerige stijl met voorspellingen, mededelding en tussenzetels. Maar het verhaal van Liesel is aangrijpend, al worden de gruwelijke feiten vaak ironisch en met humor beschreven.
Zal de Dood ook LIesel
voortijdig moeten halen? De Dood s namelijk dikwijls in haar buurt...