(Terug van lang niet gezien, een aflevering uit de reeks Epe en directe omgeving): Cannenburgh te Vaassen.
Geschiedenis
De Gelderse veldheer Maarten van Rossum kocht in 1543 de restanten van een vroeger huis, waarvan sporen in de kelderverdieping zijn bewaard. Hij herbouwde tweederde deel van het complex tot een statig slot van drie verdiepingen
met een naar voren springende ingangstoren die aan de voorzijde werd versierd met natuurstenen renaissanceornamenten. Na Maarten's dood in 1555 vererfde de Cannenburch aan zijn neef Hendrik van Isendoorn à Blois die het bouwplan voltooide.
Zijn nazaten bewoonden het kasteel driehonderd jaar lang. Elbert van Isendoorn breidde het kasteel in de jaren 1661-1664 aan de westzijde uit waardoor het zijn oorspronkelijke middeleeuwse omvang herkreeg maar waardoor de
symmetrie van het zestiende-eeuwse gebouw verloren ging. Op een schilderij, dat nu in de zaal op de eerste verdieping hangt en dat werd vervaardigd ten tijde van Elberts huwelijk in 1645, kunnen we zien hoe het huis er toen uitzag.
Zijn kleinzoon Frederik Johan van Isendoorn à Blois en zijn vrouw Anna Margaretha gravin van Renesse van Elderen moderniseerden het complex rond 1750. Hij verplaatste de hoofdingang van de centrale toren naar de zijkant, liet ervoor een natuurstenen terras
aanbrengen en bouwde er een brug naar toe. Boven de nieuwe ingang werd de inscriptie Renovatum 1751; aangebracht. De nieuwe ingang kreeg een grote hal die werd voorzien van een betimmering waarin op doek geschilderde portretreeks van het echtpaar van Isendoorn
à Blois
- van Renesse en hun voorouders werd opgenomen. Tevens liet hij twee grote bouwhuizen aan weerszijden van het voorplein verrijzen. Tot op heden heeft de Cannenburch deze vorm behouden.
De laatste telg van het geslacht van
Isendoorn à Blois, Frederik
Karel Theodoor, die als kamerheer diende onder drie Nederlandse Koningen, stierf kinderloos in 1865. In 1881, na de dood van zijn weduwe, dreigde het huis te worden afgebroken, maar uiteindelijk werd het, ontdaan van de gehele inboedel, verkocht aan Eduard
baron van Lynden. De laatste particuliere eigenaar was Richard Cleve, een schilder uit Berlijn. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Cannenburch met 24 hectare groot park in beslag genomen door de Staat der Nederlanden, die het in 1951 geheel leeg voor het symbolische
bedrag van fl. 1,00 overdroeg aan Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen. Dankzij een aanzwellende stroom bruiklenen, schenkingen en legaten was de stichting in staat het huis in te richten alsof het nog wordt bewoond. De stichting restaureerde het kasteel
in 1975-1981 en richtte het weer in oude stijl in, onder andere met meubels die na een afwezigheid van honderd jaar naar huis terugkeerden.
Cannenburgh
Recent heeft de historische buitenplaats de Cannenburch een ware metamorfose ondergaan. Gelders Landschap en Geldersche Kastelen heeft 3 jaar hard gewerkt aan restauratie en herinrichting van het park, kasteel, bouwhuizen,
en voorplein. 5 oktober jl werd het complex weer opengesteld voor het publiek.
Het bouwhuis vormt het startpunt van een bezoek aan de Cannenburch. Hier maakt men kennis met de leefomgeving van het personeel van het
landgoed. Men kan de 19e eeuwse woning zien van de rentmeester en een impressie krijgen van het leven op de kasteelboerderij. In het park kan men een audiotour maken.
Het kasteel heeft een compleet interieur met fraaie
objecten uit de 18e eeuw. De Cannenburch heeft een assortiment aan schilderijen en portretten. Ook de zolder is nu te bezoeken.
Het kasteel heeft een prachtig park. Het heeft een formele aanleg rondom het kasteel,
inclusief een moestuin en boomgaard, maar heeft ook een landschappelijke stijl in het bos en rond de vijvers.
Dit geheel is een uitnodiging voor willekeurig welke bezoeker dan ook, uit Gelderland én ook daarbuiten.